Historie van de Oldijk - Ezinge

Oldijk nummer 12

Voorwoord

Oldijk 12 wordt ook wel Luttje Suttum genoemd, het “kleine” Suttum naast de Suttumaheerd, kortweg Suttum (Oldijk 10). Dat Oldijk 12 veel met Suttumaheerd heeft te maken is mij wel duidelijk geworden.

In 1553 was de heksenvervolging in volle gang en vermeende heksen belandden massaal op de brandstapel. Ook op de Oldijk speelde een “heksen”-incident. Lees daarvoor het verhaal van Bartoldt in de episode “1550- 1554 Evert Menckema en Anna tho Nansum” van Oldijk 10.

In dat verhaal valt het volgende te lezen:
“Onder allen soe hadde he eenen besecht Wibbe Cornelys geheten mits in huisfrov, Suttema meyer toe Ezinge wonende naest by Suttema huis op de Olde dyck Grote Gheerts groer in hummerze.”
In eerste instantie was ik er van uitgegaan, dat deze meier Wibbe Cornelys tussen Oldijk 10 en Oldijk 12 woonde. In de volgorde, die men bij de jaartax van 1540 had gehanteerd kon ik uiteindelijk destilleren om welke boerderijen het volgordelijk ging. Daarbij had ik echter geen rekening gehouden met Zuiderweg 11, omdat ik er van uit ging dat dat geen boerderij was in die tijd. Echter, door bestudering van zwetten in een vermelding van de Hoge Justitie kamer bleek, dat ik ten onrechte een meier aan Oldijk 12 had toegedicht. Dat moest Zuiderweg 11 zijn! De meier van Zuiderweg 11 uit de vermelding, Itien Brants, kwam al voor op het zijlschot van 1625, zodat ook Zuiderweg 11 in het rijtje van de jaartax van 1540 zou hebben kunnen voorkomen. Daaruit valt de voorzichtige conclusie te trekken, dat Oldijk 12 in 1540 nog niet bestond.

Mijn theorie is nu, dat op de plek waar nu Oldijk 12 staat, in 1553 het “huis” van Wibbe Cornelys stond. Mogelijk een klein boerderijtje met een stukje land van Oldijk 10, van waaruit Wibbe Cornelys het meierschap voor Oldijk 10 uitvoerde.
Oldijk 12 staat ook best “dicht” bij Oldijk 10 en is dat mijn inziens geen rare aanname.

Ik vermoed, dat Oldijk 12 als boerderij uit land van omringende boerderijen is ontstaan eind 16de eeuw, begin 17de eeuw. De recontructie zou als volgt kunnen zijn:

Oldijk 10 verliest tussen 1579 en 1625 16 gras
Zuiderweg 5 (Aduarderheerd) 2 gras
Zuiderweg 11 7 gras
Totaal 25 gras

De bovenste landerijen (episode “1763-1791 Albert Geerts en Trijntie Willems)” zouden afkomstig kunnen zijn van Oldijk 5, dat achter Oldijk 8 land had liggen en in dezelfde periode 11 gras inleverde. Zo zou Oldijk 12 kunnen zijn ontstaan uit land van Oldijk 5, Oldijk 10, Zuiderweg 5 en Zuiderweg 11, wat in totaal precies uitkomt op 36 grazen.

De meier Focke Lippens, die ik in de jaartax van 1540 had gekoppeld aan Oldijk 12 hoorde dus bij een boerderij verderop, namelijk Zuiderweg 11. Oldijk 12 bestond toen nog niet als boerderij.

De bewoning

Eerste periode