Historie van de Oldijk - Ezinge

1962-2006 familie Perdok
(Naar het dagboek van Marike Perdok)



DE KINKHOORN 1962-2006

De aanleiding tot het kopen van een zomerhuis was het feit dat mijn ouders genoeg hadden van de autoritjes en fietsen op zaterdag en zondag naar speeltuinen en het bos. Het leek hen ook heerlijk om ergens een eigen plekje te hebben om te recreëren. Ze hadden al eens geïnformeerd in Zeegse. Daar was bouwgrond te koop, helaas kwamen de huizen dicht op elkaar. Mijn vader ontmoette een kennis die een oud arbeidershuisje in Aduarderzijl had gekocht (dit zou Jaap Stienstra kunnen zijn geweest, Ed). Via zijn zeer waardevolle tips nam hij contact op met de burgemeester in Ezinge. Dat bleek burgemeester Scheffer te zijn (die vroeger in de oorlogstijd naast de ouders van mijn vader woonde.) Bekend dus. Samen met mijn moeder besloot hij de stap te zetten, een vaste plek te zoeken om te onthaasten.

In het voorjaar van 1962 kregen ze van Scheffer een lijstje met adressen, twee stonden aan de Oldijk en één in het dorp, vlakbij de ijsbaan (dit was zeer waarschijnlijk Torenstraat 42, Ed). Verder was er een deel van de Allersmaborg te huur of te koop.

We gingen met de hele familie kijken bij de ijsbaan. Huisje was oud, verwaarloosd en klein. Terwijl we daar liepen kwam er een meneer naar ons toe. “Zoekt u een huisje?“ Het was meneer Kooi. Het huisje lag beneden bij de kerk. Heel romantisch, maar hokkig en de achtermuur stond op instorten.

Op naar de Oldijk!! De eigenaar was Terpstra, maar het huisje nr 3, was niet wat mijn ouders zochten. Toen naar het huis aan de Oldijk 7, eigenaar fam. Ritzema, het oude arbeidershuis gelegen op een oude binnendijk, in de Middeleeuwen aangelegd door kloosterlingen uit Aduard. Het lag 80 meter van de weg, er liep een dijk naar het huis (oude zeedijk uit 1300 en het oorspronkelijke tracé van de Oldijk als “weg”). Qua ligging erg mooi! Maar….binnen, houtworm en schimmel, losse stenen en kapotte vloeren. Rondom het huis lag veel rommel. Als we onze ogen sloten zagen we dat we er iets moois van konden maken. De woning was eigenlijk van de vader van Klaas Ritzema. Er was 10 are grond bij. Hier stonden voederbieten op. De prijs was niet hoog en mijn ouders besloten het te kopen. Opa Ritzema meldde dat hij zijn bieten wel graag wilde oogsten! Vanzelfsprekend akkoord.


De huiseigenaren in 1962 (coll. fam. Perdok)


Diederik, Marike, Johan (coll. fam. Perdok)

Fam. Perdok
Wiepko Gerhardus Perdok (1914-2005)
Jantina Perdok Engelbarts (1918-2002)
Diederik
Marike
Johan

Op 2 juli 1962 Ezinge!!!!!!

Naar notaris Jonker voor het officiële gedeelte. Het huis behoorde toe aan de vader van Klaas Ritzema. Opa Ritzema was zo vriendelijk de helft van notariskosten te betalen. Heel bijzonder.
Toen de akte getekend was vertelde opa, dat het huis ook een naam had, n.l. de Kinkhoorn. (Het huis stond er al voordat het kadaster werd ingevoerd, 1832). Hij had er een verklaring voor: Het huis ligt in een bocht ((KINK) daarnaast waren er op het erf en sloten kinkhoorns gevonden (schelpen), restant oude zeedijk. Het huis kreeg deze naam.

De periode die volgde, bestond uit kennismaken met de buurt, het dorp en natuurlijk opruimen en slopen. Het is haast niet te geloven dat er gewoond is door gezinnen met kinderen. Zonder leidingwater en elektra, zonder keuken. In de hal stond nog een tafeltje met een verroeste kookplaat. Achter aan het huis twee geitenhokken. De achterste was zo slecht, deze werd direct met de grond gelijk gemaakt. In het andere hok was nog een “poepdeuze” ook niet al te fris…….
Schoongemaakt en gesloopt en een chemisch camping toilet geplaatst. Bedsteden eruit gehaald en we ontdekten dat er geen vloer onder zat. Er lag kleigrond. Bousema de timmerman begon met een vloer te leggen. Ook haalden we het behang en het linnen van de muren en dat was onbeschrijflijk vies. Het huis had ook lang leeg gestaan, dus een logisch gevolg. We kochten storm lantarens (op petroleum), zodat we ook in de avond wat licht hadden. De staat van onderhoud was matig. Maar wat een geweldige plek. Schitterend uitzicht, grote tuin, een plek om te ontstressen.
Met zijn allen aan het werk. Slopen, herstellen, schoonmaken verven etc.etc. Bij ingewikkelde klussen kregen we hulp van Bousema de timmerman.

Met Scheffer en de architect van de gemeente hadden we rondgekeken in en om het huis. Lanting de architect tekende ook een voorstel om de buitenkant iets te wijzigen. Uiteindelijk werd besloten dit niet uit te voeren. Alleen tzt de ramen wijzigen.
We kregen tips en veel medewerking . Scheffer adviseerde de Heide Mij. te vragen de tuin in orde te maken. Goede beplanting was noodzakelijk om de wind te breken. Er werd een plan gemaakt, beplanting met bomen.
De dijk dichtmaken aan de noordkant ook met bomen en struiken. Rondom het huis een gazon en een terras aan de voorkant met oude rode baksteen.
In de paasvakantie 1963 werd het werk uitgevoerd. Er werden 1100 struiken en bomen geplant. Het leken stokjes en we verwachten er niet veel van. In het voorjaar was het aangeslagen.


Heidemij. in actie (coll. fam. Perdok)

In de tuin stond een welput. Volgens Ritzema één van de schoonste putten, het water was drinkbaar. Er was geen waterleiding en bij boerderijen werd het regenwater gebruikt. Omdat de put jaren niet was gebruikt was het water vies en het stonk.
Burgemeester Scheffer kwam af en toe kijken naar de stand van zaken. We lieten hem de put zien en hij had wel een idee om dat op te lossen. De brandweer van Ezinge moest regelmatig oefenen. Scheffer stelde voor de put leeg te laten zuigen. Op een afgesproken tijdstip kwam de brandweer de dijk oprijden. Ze deden even de sirene aan. Wat een feest. De slang werd uitgerold en daarna in de put gelegd. In no time was de put leeg.
Mijn vader had bij het herstellen van de opbouw een beitel in de put laten vallen en vertelde dat.
“O, jongens haal de ladder”! zei een van de mensen.
Even later daalde hij af in de lege put. Op de bodem alleen een laag modder. Hij zocht nog even en riep: “Ik kom eraan, de wel borrelt”. Een heel avontuur.
Na afloop gezamenlijk koffie drinken in de hal. Mijn jongste broer mocht even in de auto zitten. Daarna achteruit de dijk af en de klus was geklaard. De put gaf goed helder water, maar drinken durfden we niet.


de waterput van Oldijk 7 (coll. fam. Perdok)


Idee om het uiterlijk van het huis aan te passen, niet uitgevoerd.

In vakanties en vaak ook in het weekend gingen we met elkaar naar Suttum om het huis naar onze zin te maken en te genieten van de mooie plek. Op de balken zat koolteer en het was een klus om het schoon te maken. Daaronder zaten nog 5 lagen verf! Ook de vloer in de kamers werd afgekrabd en in de kastanje bruine verf gezet.

Tijdens ons verblijf maakten we regelmatig in de vroege avond een wandeling met Klaas Ritzema. We liepen langs het gewas (Oldijk 10 was toentertijd een gemengd bedrijf). We leerden van alles over de gewassen o.a. duivenbonen en het boerenbedrijf. Het was heel interessant en Ritzema kon het allemaal zo rustig en mooi vertellen.

Er was geen water, geen elektriciteit en gas. Een regenput en een welput waren aanwezig. Vanuit ons woonhuis gingen we de weekenden bepakt met koeltassen en jerrycans met leiding water, luchtbedden, slaapzakken en tentjes naar Suttum. De boodschappen haalden we vanzelf bij Keizer, Bosma, Duinkerken, Bakker Jo, de slager en de drogist.
We gingen koken op butagas, flessen te koop bij Hajo de fietsenmaker. Wat was er veel in het dorp! Roelof Slopsema de melkrijder bracht in d
e zomer om de dag een melkbus met leidingwater!!!!!
Bousema de aannemer hielp ons en bij Kleiwerd kochten we verf e.d.. Schoenen kochten we bij Wieringa en er was zelfs een telefooncel! In de Kinkhoorn was geen telefoon, maar bij de buren wel. Daar mochten we bellen als het nodig was.

We voelden ons er al heel gauw thuis. Wij als kinderen maar ook mijn ouders, sloten al snel vriendschap met de Ritzemaatjes en andere buren.
Op nummer 12 woonden Jannie en Jan-Gerard Wieringa en hadden een veebedrijf. Ook kippen en wat heerlijk waren de verse eitjes, die wij als stadsmensen eigenlijk niet kenden. Zij verhuisden na een aantal jaren en er kwam een jong gezin wonen, fam. Niewold, Willy en Bert met dochter Karin, één maand oud (dat was in maart 1965, Ed). Later werd zoon Klaas geboren. Ook met hen zeer goede blijvende contacten. Willy had een zus van mijn leeftijd en dat was fijn om samen mee op te trekken in de vakanties. Tot heden nog steeds contact!!!!!!!!!

De werkzaamheden gingen gestaag verder. Mijn vader maakte zelf heraklith (houtvezel cement platen ) tegen de muren, op advies van Bousema. Deze waren ook isolerend. Aangezien Bousema het erg druk had zei hij: “Meneer hèt ’t nou ja wel zain hou’t mot”.
Het werd 1963, zo kort na de verkoop, (we hadden het huis een half jaar), er volgde een strenge winter! Het was bar koud . We hadden nog geen kachels!!!!


De Kinkhoorn in de winter van 1963 (coll. fam. Perdok)


De Kinkhoorn in de winter van 1963 (coll. fam. Perdok)

We begonnen het leuk te vinden om te klussen. Het hele gezin hielp mee. Diederik de oudste had als hobby zeilen en in 1963 werd een Zuidlaardermeer jol gebouwd. Diederik wilde graag zeilen in het Reitdiep. Aan de burgemeester werd gevraagd om een ligplaats bij het Reitdiep. Scheffer verwees ons naar de fam. van Dijken in het Waterschapshuis in Aduarderzijl. Daar lag al een boot van Abe Kooi. De fam. van Dijken was bijzonder sympathiek. Kooi had overigens ook al eens aan een steiger gedacht. In 1964 werd de steiger gebouwd samen met: Kooi, aannemer vd Klei, van Dijken en Kok, de chauffeur van de timmerfabriek en de Perdokken.



De De muur in de hal die het huis in tweeën deelde bestond uit kloosterstenen en kon er wel uit, want die had geen draagfunctie . Van de stenen metselde Bousema een prachtige open haard!!!


de gemetselde haard van kloostermoppen en de verdere aankleding van de hal (coll. fam. Perdok)

De cementvloer in de hal werd afgebroken en belegd met plavuizen (afkomstig uit de afgebroken huizen in de Jacobijnerstraat in Groningen 1963). Anno Smit (uit onze vriendenkring), pottenbakker in Eelderwolde, maakte een prachtige gevelsteen met een Kinkhoorn erop.


Het aanbrengen van de gevelsteen (coll. fam. Perdok)


Het aanbrengen van de gevelsteen (coll. fam. Perdok)

Boven op de zolder werd een slaapkamertje afgetimmerd. De slaapkamertjes beneden werden verkleind en daarin kwamen een toilet en wasbak en een berging en kledingkast. Mijn vader had een tank op de zolder geplaatst om via een ingenieus systeem regenwater op te vangen. Via een slang konden we “stromend” water gebruiken voor de wasbak en het toilet.

Na verloop van tijd bleek het cement van de plavuizen in de hal niet goed te zijn. Na rijp beraad werd besloten de vloer te herleggen maar dan in zand zoals vroeger ook gedaan werd. Het was een flinke klus en mijn vader en Diederik gingen er mee aan de slag in het weekend. Ze begonnen direct bij binnenkomst. Toen ze koffie gingen drinken in de kamer zagen ze dat er aan de achterkant een ruit was ingeslagen. Ingebroken!!!! Ze hadden kristallen karaffen meegenomen, het splinternieuwe gasstel, lampjes, koffiemolen en een petroleum kachel. Ze belden Medendorp de politieagent en die kwam met rechercheurs uit Zuidhorn en Groningen. Er werden afdrukken genomen van bandensporen en vingerafdrukken. Verder hoorden we niets.
Een paar maanden later werden we gebeld door Willy Niewold dat er al een paar keer een auto bij het hek had gestaan. Willy belde de politie, die kwam (auto met zwaailicht) maar helaas te laat, de auto was weg. “Jammer, maar…we blijven paraat” zei Medendorp.

Sinds die tijd, fietste Medendorp regelmatig langs de Oldijk en bracht ons een bezoekje. En zat op de praatstoel onder het genot van enkele kopjes koffie.

Uiteindelijk werd een groep mensen opgepakt uit Munnekezijl die overal in het Noorden in verlaten huizen inbraken pleegden. En de kachel had de politie ook gevonden en brachten hem terug, verroest en wel. Die hebben we maar weggedaan.

Mijn moeder en ik gingen regelmatig naar boeldagen waar we spullen kochten voor de inrichting van het huisje. We scoorden een aantal antieke spullen. Via een kennis die ging verhuizen naar een appartement kregen we een prachtige mahonie tafel met 4 stoelen en 2 comfortabele stoelen. We kochten tuinmateriaal om te maaien en een mooie houten tuinbank.

Er was geen verwarming, we stookten met een zgn. Staphorster kachel, eerst met turf, later met hout. In de hal de open haard en in de voorste kamer een petroleum kachel zgn. Calmix verwarming. Later vervangen door gaskachels.


De petroleumkachel (coll. fam. Perdok


De Staphorster kachel (coll. fam. Perdok)

Rond 1966/67 besloten mijn ouders de ramen te vervangen. De oorspronkelijke waren erg verrot. In overleg met de timmerfabriek in Ezinge werd gekozen voor iets grotere ramen van hardhout met een verdeling middels spijltjes van 3x5. In 1966 werden mijn ouders gebeld door een journalist van het Nieuwsblad van het Noorden. Hij maakte een reportage over weekend huisjes in de Noord-Groningen. Hij wou graag mijn ouders interviewen en een foto maken van het huis. Mijn vader ging akkoord en op 6 mei 1966 stond het artikel in de krant. Legendarisch was zijn uitspraak”: “ Je hoort de stilte”

In 1965 was er in de kranten geschreven dat het tijd werd om zgn. onrendabele gebieden aan te sluiten op waterleiding en elektriciteit. In het voorjaar van 1966 werden we aangesloten op het lichtnet. Het was vrij prijzig, er was geen subsidie op. (hadden we wel gehad van de aanplant). Binnen werd het aangelegd door dhr. Ottenhof, broer van Joke Ottenhof dierenasiel Zuiderweg (was Zuiderweg 7, Ed). Waterleiding werd aangelegd in 1967.


De nieuwe ramen in 1966 (coll. fam. Perdok)

De volgende klus was de ingang van de Kinkhoorn. Buurman Bos (Zuiderweg 6, Ed) reed met zijn trekker langs ons hek naar zijn land en ook de koeien moesten er langs. Niet erg, het was een fascinerend gezicht om de koeien over de weg te zien lopen.


Zie de bovengrondse telefoonpalen! (coll. fam .Perdok

Gevolg veel modder, zodanig dat we er moeilijk langs konden. We hadden nog kloostermoppen over en in overleg met Eppo Bos legden we die voor het hek. Het bleek niet afdoende. We wilden er nog keer over spreken met Bos. Eppo begreep dat het ons ernst was een goede oplossing te vinden en dat we er ook aan mee wilden betalen. Hij besloot om er beton te laten storten. Schuitema loonbedrijf kwam de grond uitgraven, legde er eerst puin in van de steenfabriek Ezinge en daarover werd het beton gestort met achter het hek nog een lading schelpjes (1968).

Het houten hek was ook niet mooi meer. Diederik mijn broer vond een oud hek bij Jaap Folkerts (Oldijk5, Ed). Na overleg mochten we het hek kopen voor een leuke prijs. Het werd opgeknapt door smid ter Borg en geplaatst bij de ingang van de oprijlaan. Een aanwinst!!!!! En het staat er in 2020 nog


Het nieuwe hek (coll. fam. Perdok)

In 1969 hoorden we van Bert en Willy (Oldijk 12) dat de vader van Bert de boerderij wilde verkopen in plaats van verhuren; Bert en Willy besluiten te verhuizen. En Bert besluit de boerderij niet te kopen. Hij verkoopt de koeien en materialen en gaat een baan zoeken. Het is stil aan de Oldiek. In mei komen de nieuwe buren, de fam. Broekhuizen met 4 kinderen. Bert en Willy kopen op de valreep een huis in Hoogkerk en nemen geen afscheid omdat het zo moeilijk is.

In 1970 lezen we in de krant dat Wierenga aan de Zuiderweg (Zuiderweg 11, Ed) land gaat verkopen. Allemaal losse stukken. Eén daarvan grenst aan ons perceel, waar je nog duidelijk de oude dijk kunt herkennen. Er zit ook nog recht van overpad op. Verstandig om te kopen! Jaap Wierenga is genegen ons een stuk land te verkopen. Hij moet echter eerst het beklemrecht afkopen. We wachten rustig af. Later meldt hij dat hij de boerderij niet van de hand doet. Hij wil 10 koeien houden en neemt er een halve baan bij. Hij heeft voor de koeien grond nodig en stelt voor dat wij 2 hectare kopen en een halve hectare gebruiken en de rest aan hem te verhuren. Zo wordt het afgesproken en in de periode daarna wordt een afrastering gemaakt met palen en draad. De sloten worden schoongemaakt.


Kor van Til baggert de sloot uit (coll. Fam. Perdok)


Pakjes persen op het nieuwe stuk land (coll. Fam. Perdok)




En de nieuwe afrastering (coll. Fam. Perdok)

Ik heb in deze periode met mijn moeder veel aan de tuin gedaan en geholpen met de meeste klussen die op ons pad kwamen. In de vakanties paste ik regelmatig op de kinderen van Willy en Bert Niewold (Oldijk 12, Ed) en ook op de koters van Eppo en Janke Bos. De kinderen kwamen dan bij ons en we vermaakten ons prima. Ook ‘s avonds opgepast bij Eppo en Janke (Zuiderweg 6, Ed) Ik had ook een pannenkoekenfeest elke zomer voor de kinderen. Hier zitten ze op kleine krukjes te smullen!!


Pannenkoekenfeest (coll. fam. Perdok)


Werken op het land van de buren (coll. fam. Perdok)


Werken op het land van de buren (coll. fam. Perdok)


Boerderij van de fam. Ritzema (coll. fam. Perdok)

Op het land laten we een garage bouwen van 7x4 meter.


aanvraag bouwvergunning garage en bouw ervan


aanvraag bouwvergunning garage en bouw ervan


aanvraag bouwvergunning garage en bouw ervan


aanvraag bouwvergunning garage en bouw ervan


aanvraag bouwvergunning garage en bouw ervan


aanvraag bouwvergunning garage en bouw ervan

Op het land worden struiken en bomen geplaatst!


de nieuwe aanplant (coll fam. Perdok)

In de zomer van 1970 ga ik met mijn moeder langs de bewoners van Oldijk en Zuiderweg om te informeren of ze een eventuele gasaansluiting op het gasnet zouden willen nemen. Overal waren de huizen voorzien van gas, alleen genoemde plekken nog niet. Van de 19 boerderijen willen 17 het graag. Mijn vader schreef een brief naar de gasunie. Er kwam zowaar bericht terug. In 1972 zou het worden aangelegd en dat gebeurde ook. ( nu denken we daar heel anders over en willen geen gas)

In 1971 beginnen de activiteiten van het aardgas. De buis wordt tegen het huis gelegd en we hopen dat voor het eind van het jaar de binnenleiding aangelegd is en aangesloten!!! Grote kranen worden de weilanden ingereden. De buizen die in grond worden gelegd zijn anderhalve meter in doorsnee. Het is fascinerend om het werk te zien. Het weiland lijkt een ruïne. Onze buurman op de hoek, Gerrit Griffioen (Zuiderweg 8) heeft heel veel schade. Het wordt royaal vergoed door de Gasunie. De aansluiting bij de Kinkhoorn kost 300 gulden.

Op een middag fietst mijn moeder smid ter Borg achterop met zijn huishoudster Ebeltje (Ebeltje Smid, woonde vanaf 1955 in bij Jakob Wieger ter Borg op Torenstraat 15, Ed). Hij gaat mee naar huis om een kapotte slang te herstellen. Wanneer hij de hal in loopt ziet hij de open haard en zegt: “Hé, doar zit ja nog geen kappie boov’n. ‘k heb ook ja nog nait doan vanzulf”. (Hij had vorig jaar beloofd de kap te maken). De week daarop komt hij met de kap en een prachtige windwijzer in de vorm van een slak (kinkhoorn). Hij wou niet dat we het betaalden. Hij wilde wel graag dat we iets gaven voor de restauratie van het hek bij de Hervormde Kerk. “Ik kom mit ’n lieste en jou bin’n mien eerste slachtoffer” (ja, boven aan de lieste!)



Net voor Kerst 1971 wordt het gas aangesloten, door twee jongens uit Friesland. Ze hebben in die week een schat oude gouden munten gevonden onder de vloer van een boerderij in Feerwerd.

Smid Bakker (Freerk Bakker, Nieuwestreek 13, Ed) komt de kachels installeren en de geiser plaatsen. Dat laatste geeft problemen want het is overal te laag. Hij maakt de geiser in de hal, naast de kamerdeur, lelijk maar het mag niet anders. Wanneer we april 1972 weer naar de Kinkhoorn gaan, is er wat veranderd! De oude geiser is weg en een nieuwe hangt boven het aanrecht met een pijp door het dak. De sleutel van het huis is altijd op nr.12, bij Nieuwold, en later bij Broekhuizen. Dit was echt een mooi gebaar van smid Bakker. We gaan verder met aanpassingen . Een douche, maar die kan niet in huis, te weinig ruimte. Mijn ouders besluiten deze in het schuurtje te maken. Diederik mijn broer en vader werken hard in een snikhete week. Beton storten en alles aanleggen. Tegels aan de wand komen later. Ideaal is het niet, buitenom te douchen, het kan niet anders. Een aanwinst is het zeker!!!!!!

De Kinkhoorn is ook een fijne plek om speciale gebeurtenissen te vieren, verjaardagen, eindexamen enz.enz. Ook kleine bijeenkomsten, b.v. om te vergaderen is het een uitgelezen plek. De sfeer van het huis is bijzonder, maar ook de plek, de rust, het uitzicht en de ruimte er om heen.

In 1973 kopen we een zitmaaier, zodat we geen gebruik meer hoeven te maken van de aardige buren die bereid zijn geweest het gras te maaien op het nieuwe stuk land. Het werk gaat de komende jaren gewoon door. Onderhoud, aanpassingen in de douche enz. enz. Er komen nog extra bomen op het land. Mijn broer verzorgt en onderhoud de bomen op het gehele terrein. Ook worden de ramen geschilderd. Een enorm karwei met de vele spijltjes. De zomer is prachtig en we verblijven 6 weken met de familie in de Kinkhoorn. Steeds beseffen we dat deze plek goed is om te recreëren. We genieten van het landschap.

In 1974 besluit de gemeente om recreatiegelden te innen voor bewoners van recreatiewoningen. Het zijn 12 woningen en het bedrag is 250 gulden per jaar.

In 1976 zal de weg worden geasfalteerd. We bellen met de gemeente of ook een deel voor de ingang van de dijk meegenomen kan worden. Dat blijkt geen probleem te zijn. Zelfs een stuk achter het hek wordt meegenomen. De kosten vallen mee: 260 gulden.

Het is een warme zomer en er is weinig fut om te klussen. Ik raak mijn portemonnee kwijt, inhoud f 125,-. Verloren in Groningen of bij het uitstappen van de auto in Ezinge. Ik zie een briefje bij de supermarkt hangen: Portemonnee gevonden! Het zoontje van “ons Centrum” was de vinder!!!!! Wat een eerlijkheid. Zoiets zal in de stad niet gauw gebeuren. Ik geef hem vindersloon.

De zomer van 1977 is ook warm. Gerrit (mijn wederhelft) is heel erg handig en helpt flink mee. Schoorsteen invoegen, aan de achterkant van het huis worden de verrotte panlatten en dakleer vervangen. De pannen worden schoongemaakt door mijn ouders.


noeste arbeid! (coll. fam. Perdok)

In 1978 trouw ik “in stilte”met Gerrit in Ezinge. Burgemeester Aukes is ambtenaar van de burgerlijke stand . Na afloop hebben we een samenzijn met familie en een aantal genodigden in De Kinkhoorn.


de trouwerij(coll. fam. Perdok)



Klaas Ritzema en zijn vrouw verhuizen in juni naar Den Ham, het huis van de meester “Op Kniep” (Sietse Veldstraweg 29, Ed). Jouke Ritzema (2e zoon) heeft een vriendin Gretha en ze willen graag trouwen. Ze verbouwen de keuken en slaapkamers boven. In oktober trouwen ze en zijn de volgende generatie op de boerderij.

In 1978 vervangen we de primitieve keuken voor een eigen ontwerp van Gerrit. Ook vervangt hij de elektra, legt goede verlichting aan boven het aanrechtblad. Er gaan geruchten dat Eppo Bos (Zuiderweg 6, Ed) zijn bedrijf zal beëindigen. Op 27september 1978 vertrekt de familie! Later horen we dat Bos emigreert naar Amerika. De fam. Offenberg koopt de boerderij. Ook Jaap Wierenga aan de Zuiderweg (Zuiderweg 11, Ed) vertrekt, naar Duitsland. Na enige tijd besluit Offenberg de oude vervallen schuur af te breken. Er wordt een nieuwe grote moderne schuur gebouwd. Een heel ander gezicht, voor de bedrijfsvoering echter een grote vooruitgang!!!!! De koeien van Offenberg staan regelmatig op het stuk land voor de Kinkhoorn. Het is een prachtig gezicht. Grazende en snuivende koeien, wat een rust. Op een vroege ochtend doe ik de gordijnen open en zie een koe op het terras staan met de neus tegen het raam! Blijkbaar via de andere sloot en land in de tuin gekomen. De koe loopt rustig terug en Offenberg regelt de rest. We laten de kadastrale grenzen nogmaals vastleggen:



De jaren vliegen voorbij. Veel in Suttum, onderhoud en verzorging van de tuin en het land. Als we die zomervakantie naar de Kinkhoorn gaan is de douche verzakt. Er is werk aan de winkel! Nieuwe vloer, tegels en verven. We besluiten om ook een plan te maken voor de tuin. Pergola deels langs de dijk om de wind wat tegen te houden. In oktober worden de plannen uitgevoerd. En in het voorjaar 1993 ziet het er prachtig uit! De verjongingskuur is geslaagd. We hangen een nestkastje in één van de bomen op het land voor valken. En zowaar komen 2 valken de kast keuren en er worden eieren gelegd. Het is mooi om te zien hoe de dieren zorg dragen voor de jonkies. Jaren achter elkaar wordt de kast gebruikt door de valken. Het is fascinerend te zien hoe de jonge valken gevoerd worden, een en al bedrijvigheid!!



In 1991/92 komt de Reitdieproute langs de Oldijk. Het aanbod van fietsers wordt daardoor groter. De belangstelling voor ons huisje is nog steeds groot. Mensen stoppen voor het hek, fietsen soms de dijk op en we horen opmerkingen zoals: “Kiek es, liekt wel een börg” Het is een prachtige plek. We besluiten het hek dicht te houden. Nieuwe klussen in aantocht:

En in de zomer worden de klussen afgerond. In deze periode komen Bert en Lenie Terpstra (toentertijd Oldijk 4, Ed) de dijk op lopen. Ze vragen of we mee willen doen aan een barbecue voor bewoners van de Oldijk. Het is bedoeling elkaar beter te leren kennen. Dat lijkt ons een prima idee. Op 26 juli vindt het plaats bij Eltjo en Gea (Oldijk 6) . Het is ontzettend gezellig en na mindernacht fietsen we de dijk op. Het is een schitterende avond, windstil en volle maan!



We besluiten het huis een ander aanzicht te geven. Okergeel in stijl van de herberg in Aduard. De deuren worden groen.


Oldijk 7 met de nieuwe kleuren in 1992 (coll. fam. Perdok)

Ook moeten de goten worden vervangen, die zijn op verschillende plekken verrot. Gerrit berekent het benodigde hout en gaat weken aan het werk in de garage om het af te krijgen. Het resultaat mag er zijn, zie foto.

Bij de zware storm in 1993 sneuvelt de overkapping van de garage. De schade is 1000 euro en gelukkig wordt het vergoed door de verzekering. In juni 1993 hebben we de nieuwe buren op bezoek. Riemer en Yvonne Renkema zijn vertrokken naar Grijpskerk en de fam. Van der Wal komt op nr. 12 te wonen. Er wordt druk gebouwd aan een studio in de schuur, die t.z.t. zal worden verhuurd aan groepen. Boer ter Veer heeft schapen op het land. Mooi om te zien! In deze zomer wordt er veel geklust. De augustus maand is warm. De overkapping is hersteld. Bij de houtstapel zie ik opeens een dikke rode rups lopen. Ik kloof een aantal populierblokken en zie dat het “stikt” van de rupsen. Jouke had verteld dat hij de rupsen ook in de populier heeft. Het hout moet verbrand worden ondanks het stookverbod! De volgende jaren wordt hoofdzakelijk onderhoud gepleegd aan huis en tuin.

In 1996 wordt de Walhalla studio (Oldijk 12) verkocht. We zijn blij, hadden er erg veel hinder van. De Meijer’s komen er wonen samen met hun ouders. Offenberg (Zuiderweg 6, Ed) vertrekt en de fam. Van den Berg koop de boerderij. Zij komen uit Tiel. Het blijkt dat zij en mijn ouders een gezamenlijke kennis hebben. Wat een toeval. Ze knappen het huis op en planten bomen. Het zijn alleraardigste buren. Wanneer we net terug zijn uit Kaprun (Oostenrijk, Ed) en de rest van de vakantie in Suttum door brengen, zien we dat twee roodbonte koeien de sloot in lopen. Ze kunnen niet op eigen kracht uit het water komen. We bellen van den Berg en ze komen met de hele familie in de landrover om de koeien uit de sloot te trekken.

Het is een mooi gezicht, deze koeien in de wei. Zie je niet veel in het Noorden. Een paar weken later komt Wim van de Berg op bezoek. Hij heeft een fruitteler- certificaat en heeft naar onze fruitbomen gekeken, die het slecht doen. Conclusie: Ze staan te donker en krijgen te veel wind.

Bij Fransum wordt druk gewerkt aan een tweede gasleiding. Veel bedrijvigheid! We gaan naar Oostum, naar een voorstelling van IOVIVAT. In de pauze proeven we “Borgenbier” gebrouwen in de oude melkfabriek in Ezinge door Peter Quist. Hij staat in Oostum achter de tap. En het smaakt goed!! Helaas is de brouwerij in 1999 gesloten.

Mijn dagboek wat ik van het begin heb bijgehouden stopt hier. Ik had er geen tijd meer voor i.v.m. mijn drukke baan in het onderwijs.

Ondertussen zijn er ook nieuwe buren op nr. 12, Henk en Gonda Lanters-Klamer. We hebben goed contact met hen. Ze beginnen aan een enorme klus namelijk verbouwen van de boerderij. Het wordt een groot project waar veel tijd in wordt gestoken. Ze vertrekken uiteindelijk naar Frankrijk waar ze een oude pastorie hebben gekocht. De boerderij wordt verkocht aan Bouwe Molenbuur in 2006.

Tussen 1999 en 2006 werken Gerrit en ik verder aan het onderhoud van de Kinkhoorn en we genieten nog steeds van het verblijf in Ezinge.

We maken het drama mee van de BSE wat vele bedrijven overkomt. Ook het bedrijf van onze buurman Wim van den Berg is de dupe van de regels. Een koe heeft BSE en zijn prachtige veestapel moet worden geruimd. Een trieste dag op 26 oktober 2002. Hij neemt met eerbied afscheid van zijn koeien en vraagt de transporteurs om 1 minuut stilte. Daarna worden de dieren afgevoerd. Dit heeft diepe indruk op ons gemaakt.

Op 24 september 2002 overlijdt zeer onverwacht mijn moeder aan een hartinfarct. Mijn vader overlijdt op 6 april 2005 na een heftige infectie ziekte. Het heeft een enorme impact op ons gezin.

We proberen zoveel mogelijk het erfgoed (de Kinkhoorn) in tact te houden. Na een jaar besluiten we het toch te verkopen. Het wordt gekocht door dhr. A. den Boer. Hij is ook weg van de plek en breekt De Kinkhoorn af en bouwt een modern huis op de dijk.

Het einde van 44 fijne jaren in een prachtige omgeving.


de laatste foto's van het oorspronkelijke huis Oldijk 7 (coll. fam. Perdok)


de laatste foto's van het oorspronkelijke huis Oldijk 7 (coll. fam. Perdok)



2006

Vlak na de verkoop heb ik contact opgenomen met Sip Hofstede, kunstschilder. (Denk aan de mooie zwart-wit schilderijen van de stad Groningen) We zijn met hem naar Suttum gereden, hebben rond gewandeld en foto’s gemaakt. We waren net op tijd want de containers voor de afbraak stonden klaar! Een week nadien is met de afbraak begonnen.


schilderij Oldijk 7 van Sip Hofstede, 1948-2019 (coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)


De sloop (foto’s coll. fam. Perdok)

De laatste foto’s van een mooie plek en een sfeervol huis. Gerecreëerd, gewerkt, feest gevierd, contacten gelegd. Vier en veertig jaar lief en leed gedeeld, op deze prachtige plek aan de Oldijk in Ezinge!


De trotse eigenaren van onze geliefde stek (coll. fam. Perdok)