Historie van de Oldijk - Ezinge

Mei 2006 – juni 2022 Arnold den Boer

En zo ging de Kinkhoorn na 44 jaar ‘familie Perdok’ over in andere handen, de nieuwe eigenaar werd Arnold den Boer. Aan de Oldijk 7 zou een houtskeletwoning met een markant rood dak verrijzen.


Oldijk 7 (coll. Arnold den Boer)

Arnold den Boer is op 6 augustus 1940 geboren in Nieuw-Lekkerland, dat is in het noorden van de Alblasserwaard vlakbij de Kinderdijk. Het ligt in een beschermd landschap en wordt gerekend tot het erfgoed.

Over de bewoner van deze periode, Arnold den Boer
Arnold is dus een “oorlogs”-kind. Toen hij geboren werd zei de huisarts A. van Waasbergen, “daar gaan ze weer”, kwam er weer een enorm eskader vliegtuigen, dat overvloog midden in de nacht richting Roergebied om dat te bombarderen.

Arnold is de oudste zoon van Albert den Boer en Wouterina (Rien) Bongers, die ook nog een oudere dochter hadden en na Arnold nog 2 zonen en een tweede dochter kregen.
Ze woonden midden in het platteland, vlak bij de Lek, waar zijn vader en oom een fabriek hadden, de betonfabriek “Den Boer, voorheen J.& A. den Boer”.


De fabriek in de jaren '30 van de vorige eeuw

Arnold groeide op in een christelijk gezin en ging dus ook naar een christelijke lagere school. Na de laatste klas (de 8ste klas in die tijd) ging Arnold naar de HBS in Dordrecht, waar hij de A-richting volgde. Arnold zijn vader had namelijk zijn zinnen gezet op hem als een soort van “kroonprins”, die zijn bedrijf op termijn zou gaan overnemen en wilde daarom dat hij niet naar de ULO maar naar de HBS ging.
Arnold heeft 6 jaar (6 dagen lang) heen en weer gefietst van huis naar school; het openbaar vervoer stelde toen nog niet veel voor en auto’s waren er toen nog niet veel.
Het leek in december 1955 een zachte winter te worden toen het eind januari 1956 opeens heel erg koud werd (van boven nul naar -13 graden). Arnold zijn moeder handelde kordaat en breidde toen snel even een bivakmuts voor hem! (In dat jaar werd zelfs nog een Elfstedentocht verreden).
Het veer van Papendrecht naar Dordrecht kon niet meer varen omdat de Beneden Merwede stijf bevroren was. Het verkeer (en dus ook Arnold) werd dan ook door ijsbrekers overgezet.

<[p>Na zijn HBS diploma te hebben gehaald had Arnold nog zo’n half jaar de tijd voordat hij zijn dienstplicht moest gaan vervullen (luchtmacht), wat in die tijd nog 21 maanden was. In die periode trad hij in dienst van de “N.V. Betonfabriek v/h J. & A. den Boer”. ]

De Telegraaf van 4 oktober 1933 (Delpher)

De Standaard 13 dec 1935 (Delpher)

Arnold moest zich melden in Nijmegen voor de eerste militaire vorming en daarna in De Lier in het Westland, waar hij met zo’n 20 maten op een kamer sliep. Verloren tijd aldus Arnold!
Arnold kreeg een relatie met Elisabeth Maria Irene (Bep) Los, die in Amsterdam woonde, toen hij in Millingen op de Veluwe was gelegerd. Arnold liftte dan via Hoevelaken naar Amsterdam om zijn vriendin te ontmoeten.
Hij trouwde met Bep in Nieuw Lekkerland op 16 december 1964 en kreeg in 1966 met haar een zoon, Albert (Bart) en daarna een dochter, Elisabeth Maria (Elsa) in 1967. Arnold en Bep zijn in de jaren ’80 gescheiden.
Tegen het einde van zijn militaire dienst in september 1961 had een zwager van Arnold ook een beton bedrijfje opgestart. Er werd besloten, dat Arnold bij deze zwager voor een tijdje in de leer zou gaan op diens bedrijf, dat in piektijden ook wel werk deed voor de betonfabriek van Arnold zijn vader. Intussen hield hij wel voeling met het bedrijf van zijn vader om daar met name administratieve klussen te doen. Beide bedrijven kenden een “eigen” sfeer, wat best wel lastig was voor Arnold.
Arnold was inmiddels de vierde generatie, die ging deelnemen in de Betonfabriek van zijn vader en voorgangers. Hij maakte lange dagen, ging om 6 uur al op pad, omdat hij in Sliedrecht ook met een busje werknemers moest ophalen, die ook na werktijd weer moesten worden teruggebracht. s ’Avonds kreeg Arnold vaak nog bijles en had hij dus ook nog verkering….
Dat duurde tot 1 januari 1964 tot hij fulltime bij het bedrijf van zijn vader in dienst trad. Zijn vader had vertrouwen in Arnold om hem in te zetten op de verkoopafdeling, hij moest maar een auto en een tas kopen. Het was een moeilijke periode, Arnold werd “in het diepe” gegooid, dus zonder enige coaching. Hij heeft mooie dingen gedaan en werd al snel adjunct directeur van het bedrijf.
Het assortiment van het bedrijf was inmiddels fors uitgebreid van het hoofdproduct betontegels (stoeptegels) naar o.a. sierbestrating, wat langzaam bij met name de gemeenten in opkomst kwam.
Na verloop van jaren kwamen ook zijn 2 jongere broers in het bedrijf en zo runden ze op een gegeven moment met z’n 3en de fabriek. Hieronder een foto uit het Algemeen Dagblad van 6 oktober 1973 van de directie van de fabriek. Arnold haal je er zo uit met zijn weelderige bos haar…De fabriek bestond toen 90 jaar, produceerde toen 10 miljoen tegels per jaar en had 110 werknemers in dienst.


v.l.n.r.broer Anne (29), broer Aad (26), Arnold (33), vader Albert (61) en oom Aart (63)

In 1979 was er veel bouwactiviteit in de agrarische sektor. Zo werden er 2000 stallen gebouwd en hun fabriek was inmiddels een van de belangrijkste spelers in die branche geworden wat beton betreft, dus dat leverde heel wat werk op. Ook de particuliere sierbestrating kwam daarna fors op gang zoals grindtegels, wat ook veel omzet opleverde.


Arnold de Boer, Algemeen Dagblad 28 sept. 1981 (Delpher)

Eind ‘80er jaren waren ze een van de grootste betonbedrijven in Nederland met een heel breed assortiment. Ook materiaal voor weg- en waterbouw en utiliteitsbouw maar ook straatmeubilair maakten daar deel van uit.
In de loop van de tachtiger jaren drong het besef bij Arnold door dat hij dat werk niet zijn hele leven wilde blijven doen. Hij was toen 45 jaar en gescheiden. Enige jaren later kwam een kans om er uit te stappen, toen hij besloten had zijn aandelen in het bedrijf aan zijn beide broers te koop aan te bieden, die daarmee instemden. En zo was Arnold al met zijn 51ste gepensioneerd!
Hij had inmiddels een vriendin in Maarheeze (tussen Eindhoven en Weert) en daar is Arnold toen heen verhuisd. Hij heeft vervolgens nogal gezworven door Nederland en heeft op heel wat plekken gewoond, maar vond uiteindelijk in 1995 in Zaltbommel wat rust, waar hij tot januari 2006 woonde. Daar vandaan streek hij neer in een vakantiebungalow van het vakantiepark Landal in Lauwersoog, om van daaruit het Noorden te verkennen. Hij was erachter gekomen, dat hij het liefst in het Noorden wilde wonen vanwege de ruimte en de schone lucht. En voldoende grond, want Arnold wilde graag aardappels verbouwen, daar had hij echt wat mee. Deze liefde was ontstaan toen hij een poosje had gewerkt bij een bevriende akkerbouwer in Dalen, die biologisch aardappelen verbouwde.
(Aart van Galen van Oldijk 3 was de eerste op de Oldijk waar Arnold kennis mee maakte. Hij zag Arnold buiten bezig, stopte en stelde zich voor en vroeg hem wat hij toch allemaal met die grond wilde gaan doen. “Aardappelen verbouwen!” zei Arnold.)
De bedoeling was kort op Landal te wonen, maar omdat Arnold nog niets had gevonden verhuisde hij voor de zomer van 2006 naar een woonruimte boven het winkelpand “Luth” in Ulrum, waar hij bleef wonen tot de overgang naar Oldijk 7.

Arnold toerde regelmatig rond in het Groningse land tot hij begin april 2010 op de Oldijk reed en zijn oog viel op Oldijk 12, waar toen een b&b was gevestigd. Dat leek hem wel wat, handig om familie te kunnen laten overnachten.
De bewoners van Oldijk 12, Henk Lanters en Gonda Klamer zagen hem rondkijken en vertelden dat het te koop stond (zie Oldijk 12 episode “15 mei 1997 – 1 september 2006 Hendrikus Jacobus Johannes Lanters en Gonda Klamer”). Ze gaven hem een rondleiding in het pand en toen hij dat weer verliet viel zijn oog op het hek van Oldijk 7. Hij bleef een tijd bij het hek staan te kijken en raakte op slag verliefd op het plekje. Maar ja, het stond niet te koop….
Inmiddels had Arnold contact met diverse makelaars, waaronder ook Andrea Smit in Middelstum. Toen hij haar een keertje sprak zei ze dat er wel iets in de pijplijn zat, een afgelegen plekje. Arnold maakte voor zichzelf vreemd genoeg direct de associatie met Oldijk 7. Een tijdje later op Goede Vrijdag van 2010 ging zijn telefoon, makelaar Andrea Smit. Arnold zei: Zal ik eens zeggen waarover jij me belt, dat is vast het huisje op de Oldijk in Ezinge! Ja, zei ze, hoe weet je dat?

Een heel bijzondere belevenis van Arnold in zijn leven!
De keuze was snel gemaakt en de koop werd gesloten.

Arnold heeft zes kleinkinderen, zowel zijn zoon als zijn dochter hebben drie kinderen.


coll Arnold den Boer

De Kinkhoorn (Oldijk 7)


coll Arnold den Boer

Toen kwam de vraag wat hij met het huisje zou doen. Wat Arnold voor ogen stond was een duurzame plek creëren, een energieneutraal huis te bewonen dat bestond uit uitsluitend herbruikbare en biologisch afbreekbare materialen. En dat gebruik maakt van duurzaam opgewekte energie, dus met zonnepanelen en een warmtepomp. Maar ja, het huis zoals het er stond zag er weliswaar van buiten schilderachtig uit, maar was er vooral binnen slecht aan toe. Allerlei varianten passeerden de revue, zelfs de mogelijkheid om het huis te integreren in de nieuwbouw. Maar toen bleek dat de gemeente toestemming had gegeven voor het slopen, leek dat na rijp beraad de beste optie, al ging dat Arnold zeer aan het hart. Het duurzame bouwen stond in die jaren nog behoorlijk in de kinderschoenen, dus moest Arnold zich verdiepen in de materie, kennis vergaren. Pionieren.


de laatste foto's van het oude Oldijk 7 (coll. Arnold den Boer)

de laatste foto's van het oude Oldijk 7 (coll. Arnold den Boer)

Het slopen nam een aanvang en al snel was het oude Oldijk 7 verdwenen:




coll. Arnold den Boer



coll. Marike Perdok

Daarna verscheen in 2009/2010 onder architectuur van Peter van Dam het houtskelethuis met het geïntegreerde gastenverblijf:




deze foto's coll. Arnold den Boer

Arnold kocht er later een stuk land bij van Jan ter Veer (voorheen Zuideweg 8) van ca. 4000m2, waarna Oldijk 7 in totaal ruim een hectare groot was. Arnold is een buitenmens en geniet van de wisseling van de seizoenen en de spectaculaire luchten. Arnold draagt een boodschap uit, de boodschap van het rentmeesterschap. Zo voelt hij dat. ‘De essentie is: hoe ga je met moeder aarde om? Met alles wat kruipt, vliegt, groeit en bloeit. Hoe kunnen we de aarde schoon houden?’

Hij houdt van het onderhouden van zijn tuin, het aanplanten van nieuwe bomen en planten, het maaien van het vele grasland, het volgen van de buizerds en torenvalken die elk jaar in zijn bomen broeden. Ook het zwanenkoppel dat trouw zijn land opzoekt om er in de vroege lente een nest te bouwen intrigeert hem.


Arnold maait er lustig op los (coll. Arnold den Boer)

Een verschrikkelijke gebeurtenis tijdens het wonen op Oldijk 7 voor Arnold was dat hij begin 2012 zo’n twintig essen moest laten kappen, die aangetast waren door een fatale schimmelziekte (Chalara fraxinea). Die schimmel is fataal en zorgt voor veel essensterfte. Dat deed hem veel verdriet.

Verder heeft Arnold vooral mooie dingen meegemaakt aan Oldijk 7, zoals kampvuren met vrienden, zijn verjaardag vieren op het land (in augustus dus bijna altijd prachtig weer!).

In maart 2021 kondigde Arnold zijn vertrek per brief aan bij de buurtgenoten:


En dan is daar in 2022 het vertrek. Arnold is niet piepjong meer en het land wordt hem te groot en te bewerkelijk. Arnold verhuist naar Pingjum, in Friesland, waar zijn dochter Elsa met haar gezin woont. Hij wordt daar hun buurman. In een iets minder royaal bemeten huis en tuin, maar nog altijd ‘buiten’.

Volgende periode