Historie van de Oldijk - Ezinge

11 maart 1910 - 9 februari 1949 Martinus Popke Ritzema en Kunje Mulder

De boerderij is in deze periode nog eigendom van Homme Ritzema, maar uit de volgende advertentie blijkt, dat zijn zoon Martinus Popke Ritzema de bedrijfsvoering van Oldijk 10 al in 1908 had overgenomen:


Nieuwsblad vh Nooden van 30 december 1908 (Delpher)

De woning die werd aangeboden voor de gezochte vaste arbeider met vrouw is Oldijk 7.
Al eerder, op 7 januari 1901, is Martinus Popke Ritzema getuige op de geboorteakte van Trijntje Bosma, dochter van de buren op Oldijk 12 (Jouke Jacobs Bosma en Elisabeth Oosterhoff).

Martinus Popke Ritzema en Kunje Mulder trouwden op 27 mei 1909 in Winsum.

Martinus Popke Ritzema (coll. fam. Terpstra)
Kunje Mulder (coll. fam. Terpstra)

Martinus was een zoon van Homme Ritzema en Teuna Rietema, geboren op 30 november 1878 op Suttum.
Op zijn geboorteakte zijn als getuigen opgevoerd Jakob Folkerts van Oldijk 5 en Jakob Rozema van Oldijk 12.
Kunje was geboren op 1 maart 1884 te Klein Garnwerd, dochter van landbouwer Klaas Mulder en Antje Wiersum uit Klein Garnwerd.


De boerderij van Klaas Mulder in Klein Garnwerd, waar Kunje was geboren (coll. fam. Terpstra)

Het wapen van Ritzema
Of het ooit een “officieel” wapen is geweest is niet bekend. Van “officiële” wapens kun je feitelijk alleen spreken als het adellijke of overheidswapens zijn die bij de Hoge Raad van Adel zijn geregistreerd. Het wapen Ritzema is een aparte categorie. Sinds de publicatie van Ommelander geslachten in 1925 heeft dat een bepaalde status en aantrekkingskracht gekregen, net als al vroeg in genealogieën gepubliceerde wapens als Beukema, Elema, Wigboldus enz. Het zijn wapens (oude ook) die zich niet onderscheiden van andere Groninger familiewapens, maar door de langere druktraditie een bepaalde status hebben gekregen.


Wapen van de familie Ritzema (coll. fam. Ritzema)

Martinus Popke Ritzema en Kunje Mulder kregen op Oldijk 10 de volgende kinderen:


Het gezin Ritzema omstreeks 1918. Vlnr moeder Kunje met op schoot Henderikus, Antje, Hommo en vader Martinus Popke. Achteraan links Klaas en rechts Teuna. Arie Jan is nog niet geboren. (coll. fam. Ritzema)

Martinus Popke Ritzema zocht met onderstaande advertentie weer een arbeider met vrouw. Het huis wat hij aanbood was dus ook weer Oldijk 7, dat toen zoals eerder aangegeven een arbeiderswoning was van Oldijk 10:


Nieuwsblad vh Noorden van 13 december 1912 (Delpher)

In 1915 sloot eigenaar Homme Ritzema een huurcontract af met zijn zoon Martinus Popke.
Van het innen van die huur van zijn zoon hield hij een administratie bij. De eerste bladzijde daarvan, waarop een paar regels met dat contract, is nauwelijks te lezen, dus niet geschikt om een foto van te plaatsen.
Met hulp van Martinus Ritzema, die het originele boekje in zijn bezit heeft, zou er het volgende moeten staan:

“Huurcontractboektje tusschen Homme Ritzema te Leens en zijn zoon Martinus Popke Ritzema te Ezinge volgen huurcontract tusschen bovengenoemde zijnde Achttien hectare negentig are en zestig centiare voor een jaarlijkse huur van 1.657,79 ½ gulden verscheen in twee helften in november en meivoor zes jaren van Mei 1915 tot mei 1921”

De hele boerderij was ruim 42ha groot (zie ook advertentie eerder in deze episode). Hieruit blijkt dat Martinus Popke kennelijk zo’n 24 hectare al van zijn vader had overgenomen en de rest van hem huurde. Het land wat zijn vader extra had bijgehuurd bij Oldijk 2 zegde Martinus op.

Na Oldehove verhuisde Homme en zijn vrouw naar Valge gemeente Leens, waar Willemina Havinga op 8 juli 1917 overleed, ze werd 54 jaar.

“Rentenier” Homme betaalde vanuit Leens nog een keer de huur, dat was over 1923 op 6 mei 1924, zoals blijkt uit het huurboekje van Oldijk 10:


Maar ook op de boerderij zelf woonde in deze periode nog personeel. Zo verscheen op 20 april 1921 dienstbode Tietje Eilander met haar plunjezak aan de poorten van Oldijk 10, komende van Aduard. Ze was op 13 juni 1898 geboren op het Ruigezand, dochter van arbeider Jille Eilander en Eelkje Seekema. In 1925 trouwde ze met arbeider Jille de Kleine. Al eerder op 24 mei 1922 vertrok ze van de boerderij naar Hoogkerk.
Daarnaast werkten en woonden in Martinus Popke zijn episode nog twee dienstbodes op Oldijk 10:


Nieuwsblad vh Noorden van 21 oktober 1915 (Delpher)

Mogelijk gaat het om de “meid” Eltje Hoving, die op 10 december 1915 in Ezinge trouwde met landbouwer Klaas Pier.

Martinus Popke liet door het Centraal bureau voor Landbouwboekhouden een rapport opstellen over het boekjaar 1929/1930.
Omdat dit rapport een leuk beeld geeft op de boerderij in die periode volgen hieronder zijn inkomsten en uitgaven:




De bezittingen waren:


uit collecitie fam. M. Ritzema)

In 1932 kondigde zich de eerste trouwerij aan van de kinderen van Martinus Popke Ritzema als de oudste dochter kenbaar maakte dat ze verloofd was met Wiebo Kamphuis:


Nieuwsblad vh Noorden van 9 september 1932 (Delpher)

Het wordt een langdurige verloving want pas in 1938 vindt het huwelijk plaats.

Eveneens in 1932 ging zoon Klaas Ritzema het leger in. Als 20 jarige meldde hij zich in Ede, waar hij o.a. leerde paardrijden, omdat hij bij de cavelarie ging dienen.


Klaas Ritzema te paard rond 1932 (coll. fam. Ritzema)

In 1934 vierden Martinus Popke Ritzema en zijn vrouw hun 25 jarig huwelijksfeest op Suttum, wat in die tijd zoals vaak gebruikelijk was in de krant kwam:


Nieuwsblad vh Noorden van 24 mei 1934 (Delpher)

Zoon Hommo verloofde zich vervolgens in 1938 met Pieterke Groenveld uit Feerwerd van de boerderij aan de zuidkant van Feerwerd (in de “Groenveld-knop”). Het leidde uiteindelijk niet tot een huwelijk, Hommo trouwde later met Grietje Hamming (zie verderop).


Nieuwsblad vh Noorden van 28 juni 1938 (Delpher)

Op 14 mei 1935 vroeg Martinus Popke Ritzema een vergunning aan om het voorhuis te slopen en er een nieuw voorhuis voor in de plaats te zetten. Als architect werd de bekende Willem Reitsema uit Leens genoemd, een aanhanger van de Amsterdamse school (Zie ook Oldijk 1 episode “Juni 1935 – 4 december 1957 Albert van Dijk en Eggelina Knol
De bouwkosten worden geraamd op 3800 gulden.


de bouwtekening bij de bouwaanvraag (archief voormalig gemeente Ezinge)

Zo zag Oldijk 10 er uit rond 1925:


Oldijk 10 rond 1925. vermoedelijk uiterst rechts Homme Ritzema (met pijp), daarnaast links Kunny, Martinus Popke en dochter Teuna, links van dit drietal Willemina Havinga, de tweede vrouw van Homme, en uiterst links de drie zonen Klaas, Hommo en Henderikus. Kan ook zijn dat de jongen uiterst links er niet bij hoort, misschien een knecht. (coll. fam. Terpstra)

Over de architect Willem Reitsema verscheen een boekje “Willem Reitsema Tzn (1885-1963)”. Daarin staat het volgende te lezen over het voorhuis van Oldijk 10:

“Voorhuis van de boerderij Oldijk 10, Ezinge, 1935.
De voorgevel van dit pand is symmetrisch van opbouw, maar wijkt op een aantal onderdelen af van de andere panden. De gevel is aan de voorzijde tussen begane grond en eerste verdieping opvallend ingedeeld door een brede, witte betonnen rand met daarboven een uitkragende goot en een tweede, smallere doorlopende band boven de ramen van de eerste verdieping. De drie smalle ramen met stalen kozijnen ter weerszijden van de schoorsteen worden gescheiden door verticale witte betonnen stijlen. Boven deze ramen van de verdieping loopt het metselwerk vanaf beide dakranden schuin omlaag naar de schoorsteenpartij in het midden. De schoorsteen heeft een bijzondere vorm door in het midden te versmallen en op de begane grond naar buiten toe breed uit te lopen. De voorgevel van rode baksteen loopt aan de zijkanten schuin naar beneden uit en wordt aan weerszijden ondersteund door een iets naar achteren liggend recht muurtje van gesinterde baksteen. Op beide muurtjes staat een bol met daarop een taps toelopende spiraal.
De toegangsdeur is boogvormig en wordt omsloten door gesinterde bakstenen.
De muren ter weerszijden van de deur zijn gemetseld van afwisselend paarsrood en zwart gekleurde horizontale stroken baksteen” (bron: “Willem Reitsema Tzn (1885-1963)”.

In het voorjaar 1936 werd een vergunning aangevraagd voor het bouwen van een garage, waar de auto dan netjes onder dak kon worden gezet. Netjes bleef de auto eerst niet….
Martinus kreeg in de winter van 1936 zijn luxe auto op de Oldijk niet meer onder controle en gleed de sloot in. De auto was flink beschadigd, hijzelf en zijn mede inzittenden kwamen er met een nat pak af.


Nieuwsblad vh Noorden van 7 december 1936 (Delpher)

Oldijk 10, In het midden Antje Ritzema tussen twee nichten in voor Oldijk 10 eind jaren '30 van de 20ste eeuw (coll. fam. Terpstra)

Martinus bood eind 1940 zijn koets te koop aan:


Nieuwsblad vh Noorden van 3 december 1940 (Delpher)

Nieuwe Provinciale Groninger Courant van 3 december 1940 (Delpher)

De Tweede Wereldoorlog
Tijdens de 2de wereldoorlog trouwde dochter Antje Ritzema met Evert Terpstra van Oldijk 6.


trouwfoto Antje Ritzema en Evert Terpstra (coll. fam. Terpstra)

In het Ezinger oorlogsboek “Terug naar Toen” zijn delen van het interview opgenomen, wat mijn vrouw en ik (Franka en Ed Wilschut) met zoon Arie Ritzema en zijn vrouw Dien Hamming bij hun thuis mochten hebben.
De persoonlijke documenten over de oorlog, die hieronder zijn opgenomen, komen uit zijn collectie.


paspoort Arie Ritzema in 1941

Al in 1941 moesten boeren o.a. een verplichte hoeveelheid vlees inleveren, zo ook op Oldijk 10. Zomaar thuis wat slachten mocht ook niet meer zonder toestemming…



Alle jongemannen in een bepaalde leeftijdscategorie werden door de Duitsers opgeroepen voor de “Arbeitseinsatz” (zie oorlogsboek). Als je werkzaam was in de voedselketen kon je vrijstelling krijgen, waar je dan een “Ausweis” voor kreeg. Dit werd in Ezinge afgegeven door Ep van der Molen, caféhouder van café De Brug”:


Martinus Popke Ritzema raakte in 1943 zijn Philips radio kwijt, maar zoon Arie mocht zijn fiets in 1942 (nog) behouden.



Met al die invorderingen, hooi, vlees, granen, radio enz. daar redde de familie Ritzema zich wel mee op Oldijk 10. Maar op 29 april 1943 vond de zogenaamde Mei-staking plaats. De Duitsers wilden dat alle militairen van het voormalige Nederlandse leger zich zouden melden, waarschijnlijk om te werk te stellen in Duitsland. Daardoor braken landelijk wilde stakingen uit, waaronder diverse boeren, die geen melk aan de melkfabriek wilden leveren.
Het antwoord van de Duitsers daarop was het voeren van razzia’s, waarbij ook op de Oldijk een aantal boeren werd opgepakt. Hieronder ook Martinus Popke Ritzema en zijn zoon Henderikus, die werden afgevoerd naar het Scholtenhuis in de stad. Het interview hierover met Arie Ritzema en een relaas van de melkrijder Slopsema hierover is in het genoemde oorlogsboek opgenomen.

Evacués
In Ezinge werden vele evacués opgenomen. Hieraan is in het genoemde oorlogsboek een apart hoofstuk gewijd.
Ook Oldijk 10 werd aangewezen om evacués op te nemen.
Het was een gezin van de Straelseweg 202 in Venlo, de 66 jarige Hubertus (Antonius Matthias) Gordebeke, zijn 28 jarige schoondochter Klaasje Westerveld en haar 4 jarige dochtertje Helena, die in januari 1945 aankwamen. De vrouw van Hubertus, Petronella Carolina Kraut, was in 1937 overleden. Waar de man van Klaasje, Antonius Matthias Gordebeke op dat moment was heb ik niet kunnen vinden, wellicht ondergedoken.
De meeste evacués vertrokken rond de zomer van 1945 weer.


Nieuwsblad vh Noorden van 16 juni 1943 (Delpher)

Oldijk 10 vermoedelijk in de jaren '40 met nog een rieten dakbedekking op de schuur (coll. fam. Ritzema)

Vanaf 11 juni 1921 woonde Sijtze Drijfhout (geb. 1906) op Oldijk 7 (zie verder Oldijk 7 en Oldijk 8 episode “10-5-1919-mei 1921 Sjabbe Drijfhout en Tetje Jager” en oorlogsboek Ezinge “Terug naar Toen). Hij kwam van Zuidhorn en was in loondienst bij Martinus Popke Ritzema, zoals blijkt uit deze loonstaat van 1945/1946:


loonstaat Sijtze Drijfhout 1945/1946 (coll. fam. Ritzema)

Zoon Klaas Ritzema trouwde in 1948 met Trijntje Bosma, dochter van de voormalige buurman op Oldijk 12 Jouke Jakobs Bosma en Elisabeth Oosterhoff (zie verder volgende episode en Oldijk 12).
Elisabeth Oosterhoff was een nicht van Albert Oosterhoff van Oldijk 8. Ze gingen op Oldijk 10 wonen.

Martinus Popke Ritzema verliet op 9 februari 1949 de boerderij en ging op het net gebouwde huis Nieuwestreek 51wonen. De zonen Klaas en Arie Jan namen de bedrijfsvoering van de boerderij over.

De twee andere zonen van Martinus Ritzema, Henderikus en Hommo, werden boer op Schillingeham en emigreerden daarna in de jaren ’50 van de 20ste eeuw naar Canada. Hommo was getrouwd met Grietje Hamming, een zus van Dien Hamming, die getrouwd was met zijn broer Arie Jan Ritzema. Hommo en Grietje emigreerden naar Pitt Meadows in Canada.
Henderikus trouwde met Bastiaantje Monster en emigreerde naar Edson, Alberta, Canada.

Martinus Popke Ritzema overleed op 2 mei 1963 op 84 jarige leeftijd in Ezinge.


Nieuwsblad vh Noorden van 4 mei 1963 (Delpher)

Kunje Mulder verhuisde op 31 mei 1966 naar Van Swinderenweg 12. Daar woonde net een maand Martinus Popke Terpstra afkomstig van < a href="6v.html">Oldijk 6met zijn vrouw Jacoba (Coby) Quint. Martinus had de garage (van Swinderenweg 10, anno 2021 museum Wierdenland) met woonhuis van Albert van Dijk (zie Oldijk 1) had overgenomen.


Nieuwsblad vh Noorden van 11 augustus 1969 (Delpher)
Volgende periode