Historie van de Oldijk - Ezinge

Deel 26 “Alles op de bon”

Op het platteland wonen in oorlogstijd, dat heeft goede kanten. Aan melk, vlees, boter en aardappels geen gebrek. Wij zochten op wat er bleef liggen op de akkers en zo hadden wij op zolder een voorraadje gerst, haver, tarwe en peulvruchten.


Nieuwsblad vh Noorden van 8 november 1918 (Delpher)

Zondags liepen we met een groep van dertig tot veertig mensen naar de kerk en de gesprekken over de preek, over De Heraut (Gereformeerd kerkblad, het was tot 1945 het belangrijkste Gereformeerde kerkblad) of De Wachter (Gereformeerd weekblad). Maar ook over de tekorten aan allerlei. De hulpvaardigheid was groot en zo kreeg ik, van een onbekende gever, een paar schoenen. Ze waren wel een paar maten te groot, maar ze waren heel en stevig en hadden veters! Tot nu toe had ik alleen schoenen met knoopjes gehad.
We hadden ook broodkaarten, ze hadden een vreemde naam: “legitimatie-kaarten”. Onze buurman zei altijd “lege-magenkaarten” en dat namen wij grif over.
Vader en moeder klaagden niet, ze leefden biddend in deze tijd met extra zorgen, en de Bijbel werd met aandacht gelezen. Vader zei eens tegen mensen die op bezoek waren: “wij geven onze kinderen goede gaven, onze Vader in de hemel geeft toch zeker goede gaven aan Zijn kinderen die ze van hem bidden”.
Onder het schilde van Gods bescherming werd geleefd en wij zagen dat; vader en moeder waren voor ons als open boeken.
Als het zaterdagavond werd kwamen alle kinderen thuis. Zondags was het feest: moeder en Jans hadden een aardappeltaart gemaakt en dat was het einde!
De aardappelkoekjes van Til werden niet oud en als vader zijn pijp rookte, gestopt met droge kersenblaren, dan hing er een bijzondere geur van gezelligheid in de kamer.
Dan deden we de leukste spelletjes of we poften bonen onder de tafel op een kooltje vuur. Dat verveelde ons nooit. Alleen was het nu vaak een toer om een kooltje vuur te krijgen, de turven waren ook schaars geworden.
Nederland bleef buiten de oorlog; wij als kinderen speelden en leefden zonder zorgen bijna, onze grootste zorgen waren de klompen en de schoenen. Als wij holden – en dat deden we elke dag – vloog zo gauw de “kap” van de klomp en dan spande vader er een ijzerdraad over. Soms hielp dat wel een poosje, maar als ’t regende kregen we natte voeten en dat betekende ’s winters koude voeten en dat moest voorkomen worden.
Minister Posthuma kreeg van veel ongerief de schuld, zijn maatregelen werden belachelijk gemaakt en ontdoken.


Nieuwe Tilburgshe Courant van 15 februari 1918 (Delpher)

De invoering van de “Eenheidsworst” werd met ondankbaarheid ontvangen. Maar de minister deed enkel zijn best om alles zo eerlijk mogelijk te verdelen.
Zo ontstond uit 10% varkensvlees en 90% rundvlees een worst en die werd gegeten van Zoutkamp tot Sluiskil door elke Nederlander. De worst vroeg een stevig gebit en veel fantasie om alle dagen dit product met smaak te eten.
Maar op visites kon men elkaar aardig bezig houden: “ik heb een stuk van Pollo tussen mijn kiezen gehad”, zei de één; “ja, ’t is duidelijk dat er bijna geen katten meer zijn, die zitten allemaal in onze worst, proef maar es goed!”, zei een ander.
Zo werd er heel wat onzin verkocht, maar wij bleven buiten de oorlog. De distributie was verre van volmaakt, maar ondanks Duitse, Engelse of Amerikaanse vergrijpen tegen ons als neutraal land, wij bleven voor de oorlog gespaard.
Op Suttem speelden wij in de schuur onze spelletjes; aan tafel kregen we altijd voldoende. Op school had ieder kind zijn broodtrommeltje vol, de eetlust was er en ook bruin brood met echte boter is lekker als je trek hebt.
Wij hoorden van smokkelaars die voor veel geld etenswaren naar Duitsland smokkelden. Van oweeërs, die oorlogswinst maakten en gezet en welgedaan bleven temidden van veel magere mensen. De diefstallen werden talrijk, koeien werden ’s nachts in de wei geslacht en de daders bleven vaak onbekend.
Nederland was een berooid land en zelfzucht kwam sterk naar boven. In dit verarmde land, bewaard voor de gruwel van de oorlog, kwam in 1918 de Spaanse griep.

(Nederlands Dagblad: Gereformeerd gezinsblad van 23 november 1981)

  • Volgende periode