1895 sommering Wiemer Kuiper van Oldijk 4 en Alle Alberts van Oldijk 2

Zoals eerder beschreven was er bij Oldijk 2 en Oldijk 4 geen sloot tussen de landerijen en de Oldijk gegraven. De gemeente liet dat zo, maar eiste wel, dat er een fatsoenlijke scheiding tussen de openbare weg en hun landerijen moest bestaan.
In september 1895 gelastte de gemeente Wiemer Kuiper van Oldijk 4 en Alle Alberts van Oldijk 2 het volgende:

“Inzake de scheiding tusschen den grindweg – Oude Dijk - en het land van Kuipers en Alberts wordt besloten het navolgende: B&W van Ezinge besluiten Alberts en Kuipers voornoemd te gelasten
a. dat zij de scheiding tusschen den weg en het land herstellen en vernieuwen en wel zoodanig

1. dat de palen die hiervoor zullen worden gebruikt eenen minimum hoogte boven den beganen grond moeten hebben van 0,9-1 meter
2. dat deze palen niet meer dan 3 a 3,5 meter van elkaar mogen zijn verwijderd en
3. dat tusschen deze palen telegraafdraad moet worden gespannen van 6 draden, zoodat ieder draad ongeveer 1,5dm van elkander verwijderd is en wel met dien verstande dat de bovenste draad moet worden vastgemaakt boven op de koppen der palen