Historie van de Oldijk - Ezinge

November 1861- augustus 1880 Familie Julle Zuidveld en Jantje Wolters Cleveringa

Jantje Wolters Cleveringa en Julle (Jans) Zuidveld kregen vier kinderen op Oldijk 6:

Op 14 juli 1869 nam Julle een hypotheek op zijn boerderij van 20.000 gulden. Geldschieter, tevens hypotheeknemer is de procureur van Groningen Meester Bernardus Dorhout Mees, getrouwd met Jonkvrouwe Josina Margaretha Lewe van Aduard. De afgesproken rente was 5%, wat Julle en zijn vrouw jaarlijks op 1 mei moest voldoen. Als omvang van de landerijen van de boerderij werd op deze akte gesproken over 25 bunder, 77 roeden en 40 ellen, die tezamen een beklemmingsrecht opleverde van 159 gulden huur en ook nog 3 bunder, 88 roeden en 50 ellen, waar een vaste beklemming op zat van 25 gulden aan huur.

Een zevental jaren na de geboorte van het laatste kind overleed Jantje Wolters Cleveringa op 16 november 1874 op de boerderij. Ze was toen 45 jaar oud. De één na jongste dochter, Antje, werd slechts 10 jaar oud en overleed op 23 november 1876. Even later verloor Julle Zuiveld opnieuw een kind, toen de bijna 13-jarige Wolter op 5 april 1878 overleed. Julle Zuidveld woonde toen nog met zijn beide dochters Grietje en Janke op de boerderij.

In deze episode heb ik drie inwonende personeelsleden gevonden:

Julle had ernstige geldproblemen en kon de hypotheekrente niet voldoen. Op last van de hypotheeknemer Meester Bernardus Dorhuis Mees zou worden overgegaan tot openbare verkoop van Julle zijn boerderij. De hypotheekbank gaf hier de notaris van Ezinge opdracht voor, zoals blijkt uit onderstaande advertentie in de Leeuwarder Courant van 12 en 19 december 1879:


Zoals te lezen valt in de advertentie is de boerderij per 12 mei 1880 te betrekken.

Nog net op tijd betaalde Julle zijn schulden aan de familie Dorhuis, waarmee hij de openbare verkoop van zijn boerderij voorkwam.


Groninger Archieven

De verkoop ging dus niet door, maar Julle verhuisde wel met zijn gezin van de boerderij naar het huidige adres Nieuwestreek 83 in Ezinge. De boerderij verhuurde hij vervolgens vanaf 9 augustus 1880 aan Hendrik Uiterdijk.