Historie van de Oldijk - Ezinge

1640 – ca. 1657 Tjaert Jansen

Op de dijkrol van Humsterland is terug te vinden, dat in 1657 Tjaert Jansen de meier was van de Ritsemaheerd.
Kijken we dan op het zijlschotoverzicht van rond 1640, dan blijkt deze meier ook al voor te komen. De Ritsemaheerd heeft dan nog steeds 37 grazen aan de oostkant van de Oldijk en had ook land aan de westkant ervan, anders stond de heerd niet op de dijkrol van Humsterland (vermoedelijk 13 gras zie ca. 1625 - ca.1631 Eeuwe Peters) dus in totaal 50 gras.
In 1651 vinden we een uitspraak van de Hoge Justitie Kamer over de opzegging van de huur van land aan de westkant van de Oldijk, wat niet hoeft te betekenen, dat het huurcontract niet verlengd werd:

“Contrarie opsegginge van landen Tiaert Jansen tot Esinge C den EE Joannes Demetrius Gorascki de Goraij in qlte wegen den EE Peter Alberda” (HJK 881, Fol 22v, Martis den 21 januar 1651).

Eigenaren van Ritsemaheerd zijn dan in 1657 (in ieder geval) de erfgenamen van Jonkheer Reno Jarghes en de erfgenamen van Jan Remmert Clant. Jan Remmert Clant was een zoon van Harmen Clant en Trude van Berum (zie episode ca. 1620 - ? Paul Sirps). De Ritsemaheerd was dus nog steeds in bezit van de nazaten van de oorspronkelijke familie Ulger.

“Jr Ompteda C Tiaert Jansen tot Eesenge heem en landt” (Hoge Justitie Kamer).

Op 17 januari 1652 zegt de nieuwe eigenaar van Ritsemaheerd, jonker Ompteda dus de huur op, maar Tiaert kreeg een nieuw huurcontract.
Tegelijkertijd werd Tiaert Jansen de huur opgezegd van land bij Barnwerd door Johan Demetrius Goraiski:

“Johan Demetrius Goraiski C Alle Hajens tot Barnwert huisvrije landen
idem C Tiaert Jansen ook aldaar
idem C Bronger bij de Oldedijck
idem C Jacob Aris tot Eesenge bij de Oldedijck”

(Hoge Justitiekamer 883 fol 11v, Groninger Archieven).

Ook van twee andere landgebruikers aan de Oldijk werd dus door Goraiski de huur opgezegd, wat niet betekent dat het niet verlengd zou kunnen zijn!

Een maand later verscheen meijer Tiaert Jansen opnieuw in een uitspraak van de Hoge Justitie Kamer:
HJK 882, Fol. 116v, Jovis den 19 Februarij 1652 D'hh Lieutenant en hooftmannen gehoort het voorgevent bij Tiaert Jansen tot Eesenge uxoris noie gedaen als Impt op ende tegens Bernier Eenjes tot Sawert, nopende de overleveringe van soodane goederen als hij wegen zijn huisfr geadministreert ... De vrouw van Tiaert was blijkbaar wees of halfwees en er waren voormond en voogden aangesteld die haar goederen moesten administreren toen ze nog minderjarig was. Bernier Eenjes was haar voormond/voogd. Tiaert heeft blijkbaar het gevoel dat Bernier zijn vrouw niet alle goederen heeft gegeven waar ze recht op heeft/zou hebben (uitleg Gert Schansker).

En opnieuw dient er een zaak rond Tiaert Jansen bij de Hoge Justitie Kamer, deze is ook interessant:
“HJK 884, Fol. 51, Jovis den 26 Januarij 1654
Tiaert Jansen tot Eesenge met consorten Erffge van Ewe Pieters C Anna Cornelis tot Baffelt 600 Car: gl versegelinge tegens den 1 meij”

Hieruit blijkt namelijk, dat Tiaert Jansen (mede) erfgenaam is van Ewe Pieters en deze Ewe Pieters (Eeuwe Peters) komt voor op het zijlschot van 1625 met precies hetzelfde aantal grazen als Tiaert! Eeuwe Peters verschijnt dan ook op het overzicht Verpondingen 1630 met 50 grazen, waaruit blijkt, dat hij 13 grazen had, die niet onder het zijlrecht van Ezinge vielen en dat kan dan dus heel goed land aan de andere kant van de Oldijk zijn en onder Humsterland vallen! Ook het jaar erop, in 1630 staat deze meijer Eeuwe Peters met 37 grazen op het zijlschot, daarna verschijnt in 1640 voor het eerst Tiaert Jansen. We kunnen dus met grote zekerheid aannemen, dat Eeuwe Peters meijer van Ritsemaheerd was van in ieder geval 1625 tot en met 1630 en heb ik daarom ook in de vorige episode als meijer opgenomen.

Johan Demetrius Goraiski was een baron uit een Poolse familie en had een jaar daarvoor het steenhuis 1 Fritsinga verworven, die te koop kwam na het overlijden van Tjaert toe Nansum. Dit steenhuis stond aan de Barnwerderweg op het huidige adres Barnwerderweg 10 (anno 2018 bewoond door de familie Zoontjes).
Goraiski was getrouwd met Evertien Alberda, dochter van Reiner Alberda en Hille Ripperda.

1 Een steenhuis is een beveiligde heerd, opgetrokken van steen en veelal ontstaan in de Middeleeuwen, toen de edelen, die steeds rijker werden, zich wilden beschermen tegen plunderingen e.d. Vaak waren de muren erg dik, soms wel een meter of meer en de toegang was vaak op de eerste verdieping, waarvan de bereikbaarheid kon worden verwijderd. Het was een heerd van aanzien.