Historie van de Oldijk - Ezinge

Juni 1931 - juni 1971 familie Foppe Dijkstra

Het is nu een stuk rustiger op Oldijk 2, alleen het echtpaar Foppe Jan Dijkstra en Ebeltje Hoeksema woonden nu nog op de boerderij. Maar daar kwam al snel verandering in. Zij kregen er vijf kinderen:


De vier dochters Dijkstra op het bruggetje voor het huis. V.l.n.r. Jantje, Dieuwke, Jitske en Anneke. Toen was het nog een echte sloot, die langs de Oldijk liep. (Foto ca. 1943, familie Dijkstra)

In 1934 vroeg Jan Meinderts Dijkstra vergunning aan voor de bouw van een “bergschuur” Klaarblijkelijk was hij nog eigenaar van Oldijk 2. Het had kennelijk nogal wat voeten in aarde, want de vergunning werd pas in oktober 1940 afgegeven.

De blauwdruk van de aangevraagde vergunning voor de bergschuur zag er zo uit:

Toch werd deze bergschuur wel al in 1934 gebouwd, wat blijkt uit de gevelsteen, die nog in die schuur zit:

Waarschijnlijk zijn de J en een deel van de M van de gevelsteen afgebroken (vergroting deurruimte?) en begon de steen met de initialen van Jan Meinderts Dijkstra, JMD. Na het streepje, DdB staat voor Dieuwke de Boer, de vrouw van Jan Meinderts.

De 2de Wereldoorlog 1940-1945

Tijdens de “melkstaking” in 1943 werd Foppe Jan Dijkstra gearresteerd en naar het beruchte Scholtenhuis in Groningen afgevoerd, samen met nog een aantal boeren. De belevenissen van Foppe Jan in de Tweede Wereldoorlog staan beschreven in het boek “Terug naar Toen, de Tweede Wereldoorlog in en om de voormalige gemeente Ezinge”(uitgegeven door De Middagster).

Er werden diverse evacuees op Oldijk 2 ondergebracht:

Het verhaal van Aafje Lips is heel bijzonder. Zij vertrok als 12-jarig meisje samen met haar zussen Marian (18 jaar) en Ineke (8 jaar) op 22 februari 1945 vanuit haar ouderlijk adres in Beverwijk voor een voettocht naar Warffum, waar ze werden verwacht. In Ezinge maakten ze een tussenstop op Oldijk 2, waar hun broer Jan Lips was ondergedoken. Aafje keerde uiteindelijk al snel weer terug op Oldijk 2, waar ze tot einde van de oorlog bleef. Aafje heeft de belevenissen tijdens de voettocht beschreven.
Maar eerst was er in 1939 de mobilisatie. Omdat het Nederlandse leger veel paarden en hooi nodig hadden werden die gevorderd bij de boeren. Ook Foppe Jan ontkwam niet aan deze vordering. De hooivordering vond plaats op basis van oppervlakte grasland. Foppe Jan had 15,5 hectare grasland en moest 600kg hooi leveren. Hij ontving 50 gulden schadevergoeding.
Hij moest ook nog drie paarden inleveren voor de Nederlandse strijdkrachten.
Kort na de bezetting werd iedereen verplicht zijn particuliere wapen in te leveren. Veel boeren hadden een jachtwapen, zo ook Foppe Jan, die zijn dubbelloops jachtgeweer moest inleveren:

De Duitsers vorderden ook metalen waaronder ijzerdraad, zowel glad draad als prikkeldraad. Dit vond in januari 1944 plaats op basis van de oppervlakte grasland. Ook Foppe Jan Dijkstra moest op basis daarvan 216 meter draad leveren, maar bezat geen draad! Uit het gebruik van zijn land op deze lijst van januari 1944 is goed te zien hoe dat verdeeld was: 15,5 hectare bouwland en bijna 13 hectare grasland.
Nadat op 29 september 1944 al Duitse eenheden in Feerwerd en Garnwerd waren neergestreken kreeg Ezinge een dag later ook een Duitse legereenheid op bezoek. De vele paarden, die zij met zich meevoerden werden voornamelijk bij boeren ondergebracht. Ook op Oldijk 2 werden Duitse paarden gehuisvest.
De Duitsers bleven maar kort en vertrokken weer op 8 oktober, richting Onderdendam. Om alles vlot te kunnen vervoeren vorderden de Duitsers diverse paard en wagens van de Ezinger boeren voor vervoer. In totaal 14 boeren dienden op de weg naar Feerwerd op die dag klaar te staan met hun paard(-en) en wagen, waaronder Foppe Jan Dijkstra. Hij had geluk, zijn paard en wagen keerde terug uit Onderdendam. De Duitsers hielden namelijk drie wagens met de paarden in hun bezit. De Duitsers vorderden regelmatig paarden. Toen Foppe Jan Dijkstra in oktober 1944 (opnieuw) paarden moest leveren constateerde de dierenarts “droes” bij de paarden, net als bij veel andere boeren…..

De oorlog ging voorbij, de onderduikers en evacuees vertrokken en de rust keerde weer op de boerenbedrijven, ook op Oldijk 2.

Boerin Ebeltje Dijkstra-Hoeksema was niet alleen met het bedrijf en haar kinderen bezig. Ze was ook nauw betrokken bij de Christelijke Landbouwhuishoudschool in Oldehove.


Het gezin Dijkstra anno 1957 )fptp familie Dijkstra). Achter v.l.n.r. Jitake en Jantje. Voor v.l.n.r. vader Jan Foppe, zoon Jan, Anneke, Dieuwke en moeder Ebeltje.

In januari 1959 liet Foppe Jan Dijkstra opnieuw een verbouwing aan zijn boerderij uitvoeren, waarbij o.a. het “privaat” werd verplaatst en vervangen door een “closet”


Oldijk 2 anno 1959 (foto familie Dijkstra)


Het graan wordt geoogst begin jaren '60. V.l.n.r. Arbeider Anne Oosterhof, Foppe Jan Dijkstra en zoon Jan op de trekker (foto familie Dijkstra)


Het laatste koren wordt voor Oldijk 2 binnengehaald (1959, foto fam. Olinga)


Maar ook de koeien worden niet vergeten. Hier worden ze door moeder Ebeltje en dochter Jantje gemolken. Op de achtergrond de zuivelfabriek van Ezinge (1959, foto fam. Olinga)


Oldijk 2 anno 1970 (foto familie Dijkstra)

Foppe Jan en Ebeltje kregen na vier dochters een zoon, Jan Dijkstra.
Nadat Jan in juni 1971 trouwde met Emma Smit (1948) uit de stad Groningen (oorspronkelijk uit Westeremden), vertrokken zijn ouders van de boerderij en gingen in Winsum wonen. Emma Smit is een dochter van Jacob Smit en Helena Helmantel.

Foppe Jan ontwikkelde schilderen als hobby en schilderde in 1979 twee keer zijn oude boerderij:


Schilderijen van Oldijk 2 van Foppe Jan Dijkstra in 1979