Historie van de Oldijk - Ezinge

1797 - 1804 Geert Hindriks en Geeske Jacobs

Blote eigenaren van Suttemaheerd waren in deze periode Klaas Pieters en Anje Harms en Derk Reinders de Boer en Wiske Berents (zie ook episode hiervoor) en van de 12 grazen Albert Hindrik de Marees van Swinderen, die daar jaarlijks 50gl huur voor ontving.

Geert Hindriks en Geeske Jacobs trouwden in Ezinge op 22 januari 1797. Geert Hindriks kwam van Dorkwerd, Geeske Jacobs van Oldehove en was daar geboren op 29 april 1770. Ze was een dochter van landbouwer Jacob Hindriks (Doornbosch) en Gijske Jacobs uit Oldehove.

Op Oldijk 10 kregen ze de volgende kinderen:

Geert Hindriks komt voor het eerst voor op het zijlschotoverzicht van 1798 bij Oldijk 10 met 25 grazen. Dat betekent dus, dat Oldijk 10 25 grazen land had aan de oostkant van de Oldijk en dat de overige grazen aan de westkant van de Oldijk lagen.

Verkoop stukje land t.b.v. “Oldijk 8a”
Tussen Oldijk 8 en Oldijk 10 heeft een arbeidershuis gestaan. Het huis werd gebouwd tussen 1802 en 1803 door de arbeider Rense Jacobs.
Hij kocht daartoe, samen met zijn vrouw Albertje Jans, op 25 maart 1802 een stuk land van ongeveer een halve bunder van Oldijk 10, Geert Hindriks en Geeske Jacobs. De huur werd 4cargls per jaar. Op de verklaring van 1802 tekent Geert Hindriks op 10 juni 1802 voor de ontvangst van de koopsom van het land, 100 Caroli gulden.
Dat werd wel op schrift gesteld, maar was nooit notarieel vastgelegd. Dat gebeurde pas op 3 januari 1828, toen de kadastrale vastlegging dat noodzakelijk maakte.

Het ging financieel niet zo goed met Geert Hindriks en Geeske Jacobs. Ze werden op 24 augustus 1803 onder curatele gesteld, zoals uit onderstaande vermelding in de Ommelander Courant van 30 augustus 1803 blijkt:


Ommelander Courant van 2 september 1803 (Delpher)

Op 25 augustus 1803 werd ten behoeve van de crediteuren van het stel, Klaas Pieters, Lammert J. Abbring en Gerrijt Jans een boedelinventaris opgemaakt.

De inventaris bestond wat vee betreft uit 8 koeien, 3 enters, 2 kalfjes, 6 paarden, 1 zog, 7 oude schapen, 4 lammeren. De boerderij was dus meer een akkerbouwbedrijf dan een veehouderij in die tijd:





Uit “735 Gerechten in het Westerkwartier, 1600-1811, Gron. Archieven

Na het overlijden van Geert Hindriks rond eind 1803 werd op 3 november 1804 nogmaals een inventaris van de boedel opgesteld omdat de weduwe haar twee minderjarige kinderen wilde uitkopen i.v.m. haar aanstaande huwelijk met haar nieuwe echtgenoot, Duurt Alberts.
Kennelijk is de curatele heffing opgeheven en is alles in de minne geschikt. De boerderij heeft dan nog steeds een omvang van 85 ¼ gras. Het totaal werd geschat op 10.250cargls.

Volgende periode