Historie van de Oldijk - Ezinge

4 december 1957 - 1 juli 1978 Klaas Ritzema en Trijntje Bosma

De boerderij is aan het begin van deze episode nog steeds eigendom van Martinus Popke Ritzema, de vader van Klaas Ritzema.
In mei 1962 vroeg Martinus Popke Ritzema als eigenaar nog vergunning aan om dakbedekking aan te brengen, platen op de schuur over het oude riet heen.


Oldijk 10 in de jaren '60, de golfplaten zijn over het riet op de schuur aangebracht (coll. fam. Ritzema)

Zoals eerder beschreven overleed hij op 2 mei 1963.
De boerderij werd verdeeld tussen de beide broers Klaas en Arie Jan. Klaas kreeg het land achter Suttumaheerd en nog 7ha aan de westkant van de Oldijk en Arie Jan, die in 1957 op Oldijk 1 was gaan wonen al het land rondom huidig Oldijk 5a.


De kinderen van Klaas Ritzema, v.l.n.r. Kunny, Hendereikus, Jouke en Martinus in de jaren ’60 (coll.fam. Ritzema)

Oldijk 10 was een gemengd bedrijf, maar Klaas Ritzema hield vooral van de akkerbouw, het akkerland wat met name aan de westkant van de Oldijk lag. Als het mooi weer was ging hij soms met zijn gezin wandelen door de gewassen.
Eerst werd op Suttum het werk veel met paarden gedaan, o.a. twee sterke Belgische paarden met de namen Sjors en Sjimmie. Ook de wagens hadden trouwens namen, zo was direct duidelijk welke wagen er werd bedoeld.
Het akkerland veranderde langzamerhand in grasland en zo werd uiteindelijk ook Oldijk 10 alleen een veebedrijf.


Sjors en Sjimmie met Klaas Ritzema (coll. fam. Ritzema)

Het melken
Het melken werd eerst op het land gedaan, in 1963 schafte Klaas Ritzema zijn eerste melkmachine aan, een Gascoigne bij smid Bakker in Ezinge. Daarna werd de veestapel fors uitgebreid naar 40 koeien.


Jouke met zijn vader Klaas Ritzema op weg naar de koeien om te melken (coll.fam. Ritzema)

melken op het land (coll.fam. Ritzema)

melkbussen klaargezet aan de weg voor de melkrijder (coll.fam. Ritzema)

Na de levende paardenkracht kwamen op Oldijk 10 de motorische pk’s. David Brown en daarna Case waren de merken van de trekkers die op Suttumaheerd het werk van de paarden overnamen. De eerste trekker was een rode David Brown met gele wielen. Daarna volgden alleen nog witte David Brown’s en Case.
De eerste trekkers hadden nog geen beugel of cabine. Later werd dit verplicht.


Zoon Jouke op de trekker rond 1964 (coll. fam. Ritzema)

Nadat het zaaien en kunstmest strooien altijd met de hand werd gedaan schafte Klaas Ritzema een zogenaamde zaaiviool aan. Dat ging een stuk makkelijker!
Met de komst van de trekker kwam er een kunstmeststrooier achter de trekker. Deze kunstmest werd in het begin aangeleverd in grote jute zakken, daarna in plastic zakken.
Uiteindelijk werd er een silo geplaatst bij de boerderij, die gevuld werd door een grote bulkwagen.


De kunstmestsilo jaren later, met zoon Klaas-Jan van Jouke Ritzema op de trekker, zie volgende episode (foto fam. Ritzema)

Klaas had een favoriet koeienras, namelijk de Groninger Blaarkop. Dat zijn rode of zwarte koeien met ringen om hun ogen. (nu is dit ras niet meer in trek, omdat het een zgn. dubbeldoelkoe (vlees/melk) is, waarbij de nadruk niet direct ligt op de melkproductie). De melk werd in die tijd nog opgehaald d.m.v. melkbussen, die door een teems (trechter met zeef) werden gevuld. Iedere boer had zijn eigen nummer op de melkbussen; Oldijk 10 had nummer 206.

Klaas was een beleidend Gereformeerde. Toen zijn zoon Martinus Hervormd werd was hij “not amused”.

Wat de schrijver dezes erg goed doet is dat Trijntje volleybalde met Jouke! Zo is Jouke dus in het volleybal terecht gekomen!


Nieuwsblad vh Noorden van 7 november 1956 (Delpher)

landaanduidingen
De diverse stukken land hadden een naam (zie ook Oldijk 5 “Voorwoord”). Voor het land, dat overbleef voor Klaas Ritzema was dat als volgt:


Nieuwsblad vh Noorden van 7 november 1956 (Delpher)

Jacob A.A. Hut
Op 18 juni 1965 arriveerde Jacob (Jaap) Hut op Oldijk 10. Jaap is een zoon van Piet Hut en Huibje Huizenga en is op 31 januari 1946 geboren in Den Haag. Zijn moeder is van Groningse afkomst, zodat hij feitelijk zijn “roots” volgde. Jaap had eerst de Christelijke Middelbare Landbouwschool doorlopen en kwam op Oldijk 10 werken.
Suttumaheerd was toen nog een gemengd bedrijf met vooral veel akkerbouw, 20 van de 30ha. Jaap had tijdens zijn opleiding stage gelopen bij Gerlof Harkema op Fransum, die getrouwd was met Elza Bosma, een zus van Trijntje Bosma. Volgens de gemeente heeft hij tot 28 maart 1966 op Oldijk 10 gewoond, maar Jouke Ritzema vertelde, dat hij zo ongeveer 2 jaar op Oldijk 10 heeft gewerkt, maar toen ook wel elders had gewoond.
Daarna is Jaap vertrokken naar Zuid Afrika om daar als zetboer te gaan werken. Na 10 jaar verhuisde hij naar Portugal waar hij nu nog steeds woont. Jouke Ritzema heeft nog steeds (anno 2021) contact met hem.

Hooibroei
In de zomer van 1968 ging het bijna mis op Oldijk 10. Het hooi zat al een paar dagen in de “goul” (Gronings voor vak in de boerderijschuur). Dochter Kunny vertelde dat ze af en toe met een metalen pin (hooiroede) in het hooi moest prikken om te controleren of het hooi niet te heet werd. Klaas Ritzema en zijn vrouw waren even met vakantie en Kunny had als oudste dochter de verantwoordelijkheid. Kunny was inmiddels verloofd met Dirk Willem Wieringa, maar die kon haar niet helpen, hij zat in militaire dienst.
Omdat het hooi steeds warmer werd moest het worden “omgezet”, om het wat te laten afkoelen. Kunny en haar broers trommelden vrienden en collega’s op om te komen helpen, de geur van hooibroei maakte haar bang, maar gelukkig liep het allemaal goed af. Beter dan bij Evert Terpstra op Oldijk 6, waar de vlammen wel al tevoorschijn kwamen, vertelde Jouke. En ook bij Broekhuizen op Oldijk 12 ging het een keer maar net goed.
Later werd er met (elektronische) thermometers geprikt in het hooi. Zodra de temperatuur van het hooi boven de 65 graden komt is er gevaar voor hooibroei.


Hooi ophalen van het land met paard en wagen (coll. fam. Ritzema)

Na 3 jaar verloofd te zijn geweest (1968) trouwde dochter Kunny Elisabeth in 1971 met Dirk Willem Wieringa, zoon van schoenmaker Anne Wieringa van Nieuwestreek 11. Ze vertrok na haar huwelijk met haar man naar Winsumerdiep 5 in Winsum.


Nieuwsblad vh Noorden 13 mei 1971 (De Krant van Toen)

Tiny( Trijntje) Ritzema op het pad voor het huis begin jaren ‘70. Op de achtergrond nog de oude keuken-uitbouw, die werd afgebroken en bij de ligboxenstal werd betrokken (coll. fam. Ritzema)

In 1972 behaalde zoon Jouke zijn diploma van de Middelbare Landbouwschool en kwam daarna zakelijk in het bedrijf. Hierna volgde hij nog allerlei cursussen.
Zoon Martinus Homme werd timmerman en probeerde in 1975 “aan de bak” te komen:


Trouw van 18 oktober 1975 (Delpher)

In 1974 werd beton gestort op de ree en op het erf voor het opslaan van het kuilvoer.


Storten van het beton voor de kuilvoerplaats (coll. fam. Ritzema)

Klaas moest een keuze maken tussen akkerbouw en veeteelt. Er werd gekozen voor veeteelt, omdat op de zware klei onmogelijk aardappelen en voederbieten konden worden verbouwd. Daarom werd een plan gemaakt om het bedrijf daaraan aan te passen.
In maart 1975 vroeg Klaas Ritzema vergunning aan voor het verbouwen van de veestalling.De oude Friese stal werd omgetoverd tot ligboxenstal. Het werd een moderne 2x vier visgraatmelkstal. Al het werk werd voornamelijk in eigen beheer gedaan. Dirk Wieringa, de man van zus Kunny legde de elektra aan. Ook werden er in de droge jaren 1975 en 1976 mestkelders met de eigen trekker gegraven onder de dubbele ligboxen. Een jaar later werd in december de bijschuur vervangen door een nieuwe, met wat hulp van fa. Zeldenrust uit Oldehove.


Hard werken bij de verbouwing in de stal (coll. fam Ritzema)

Materiaal voor de nieuwe loopstal met de trekker door Jouke opgehaald. Daar zakt Klaas Ritzema de broek van af! (coll.fam. Ritzema)

Het maken van de loopstal met Jouke op de eigen trekker en Martinus (coll. fam. Ritzema)

Jouke Ritzema alias Charles Bronson met de volgende betonbalk (coll. fam. Ritzema)

Op 1 juli 1978 verlieten Klaas Ritzema en Trijntje Bosma Oldijk 10 om in Den Ham te gaan wonen in het huis “Op Kniep”, naast de ree van de Piloersemaborg. Daarna verhuisden ze naar Aduard, een hele stap voor Klaas Ritzema, want dat was aan de andere kant van het kanaal…. Klaas onderhield nog altijd de moestuin van Oldijk 10, waarvoor hij regelmatig op de fiets naar de Oldijk toog en met zijn “houwke” het onkruid te lijf ging. Uiteindelijk verhuisde het echtpaar naar Winkhem.


Klaas en Trijntje aan het werk op de moestuin bij Suttumaheerd (coll. fam. Ritzema)

Trijntje (Tiny) Bosma (Oma Ritzema) overleed op 19 oktober 1999 in Winkheem (Winsum)


Nieuwsblad vh Noorden van 21 oktober 1999

Klaas Ritzema overleed op 26 april 2002. Omdat hij zo van paarden hield is hij met een koets met paarden naar zijn laatste rustplaats gebracht.


Klaas Ritzema wordt met de koets naar zijn laatste rustplaats gebracht (coll. fam, Ritzema)
Volgende periode